Als 1 op de 20 medewerkers kenmerken van autisme heeft, is de kans groot dat je ook iemand in je team of nabije omgeving hebt die ook in dit profiel past. Dit zeg ik niet om te stigmatiseren of te labelen, maar om bewustwording aan te wakkeren.

Autisme op de werkvloer

Tijdens een workshop die ik laatst gaf over autisme op de werkvloer hoorde ik het verhaal van een manager die zich ernstig zorgen maakte over één van zijn medewerkers. Want na een inwerkperiode leek het een tijd goed te gaan. De medewerker deed het best goed. Maar na verloop van tijd vielen er steeds meer gaten. Deadlines werden niet gehaald, er werd vaker verzuimd en het werk stapelde zich steeds meer op. De irritatie bij hem en de rest van het team liep behoorlijk op. In de wandelgangen hoorde hij regelmatig gemopper. Er zijn een aantal onderdelen waar hij heel goed in is, en waar hij erg om wordt gewaardeerd. Echt een inhoudelijke aanvulling. Als manager had hij besloten om de werkdruk drastisch te verlagen, hij had werkzaamheden geschrapt, maar het hielp niets. Het bleef pappen en nathouden. Nu vroeg hij zich af hoelang hij deze medewerker nog wilde aanhouden. Hij kan toch niet zomaar zeggen: ‘Hé, heb je er wel eens aan gedacht dat je misschien autisme hebt?’ Zou het dan toch tijd worden om afscheid te nemen? Tijdens het lezen van de checklist met autismekenmerken, die ik deelde tijdens de workshop, merkte hij op dat hij ze allemaal wel kon aankruisen…

Tsja, en dan?

Wat kan een manager doen?

Zomaar met autisme om de oren slaan is geen optie.

5 tips om te helpen bij beter functioneren op de werkvloer

Toch zijn er prima mogelijkheden om, zonder dat het over autisme gaat, te helpen om beter te functioneren op de werkvloer.

1. Zorg dat je weet wat autisme is.

Meer begrip over autisme geeft rust. Voor jou en je collega met autisme. Om goed om te gaan met elkaar vraagt wederkerigheid. Contact hebben kun je niet alleen, dat doe je samen. Als jij weet dat het voor iemand met autisme moeilijk is om oogcontact te hebben tijdens het praten dan veroordeel je hem niet als ongeïnteresseerd. Als je weet dat het moeilijk voor ze is om sociale signalen op te pakken, dan kun je daarop inspelen. Door wat extra uitleg op feiten te geven of te relativeren naar de rest van het team. Als iemand de hele dag in een stilteruimte gaat zitten met een koptelefoon op en daar de hele dag stilletjes werkt, wordt hij al snel als asociaal bestempeld. Terwijl als een kind een rustige plek in de klas krijgt zodat hij beter kan leren, het hoog wordt gewaardeerd. Denk eerst even na. Probeer je in te lezen en in te leven in wat autisme is en zie de mens erachter. Bedenk dat als jij in zijn schoenen stond, wat jij graag zou willen hoe mensen met je om zouden gaan. Autisme heeft mooie kwaliteiten en ook kwetsbaarheden. Ga vanuit de kennis over autisme het hebben over concreet gedrag. Dat heeft iedereen en is niet stigmatiserend.

2. Heb aandacht voor de grote stressgevoeligheid

Het hebben van stress kan voor mensen met autisme totaal andere oorzaken hebben dan voor iemand zonder autisme. Denk aan overprikkeling door een onrustige werkplek. In tijden waarin kantoortuinen gewoon zijn, is het vaak zoeken naar manieren om te overleven op zo’n prikkelrijke plaats. Het kan wel zo zijn dat het effectiever is of beter voor de bedrijfsresultaten, maar voor veel mensen met autisme (en trouwens ook voor veel mensen zonder autisme) is het een regelrechte ramp. Ik denk dat er goede mogelijkheden zijn. Door samen te zoeken naar oplossingen, die soms heel simpel kunnen zijn, help je enorm. Denk aan een koptelefoon, een schot, een thuiswerkdag, afspraken met collega’s over praten, regelmatig gebruik makend van stilteruimtes. Flexibel omgaan met flexplekken door toch een vaste plek te bieden kan veel stress wegnemen. Maar oorzaken voor veel stress kunnen ook liggen in reorganisaties en veranderingen van groot tot heel klein. Sociale activiteiten als lunch, uitjes, of dingen in de privésfeer zoals een verhuizing, krijgen van kinderen, ziekte, etc. kunnen ook veel stress geven. Wat weer invloed heeft op het functioneren op het werk. Wil je handvatten hebben om een collega met autisme te helpen omgaan met stress, lees dan m’n boek Meer rust en minder stress bij autisme.

3. Onderzoek waar de talenten van de medewerkers liggen en benut ze

Zorg voor passend werk, waarin de medewerker zijn of haar talenten kan inzetten. Als het schrijven van rapporten een probleem is, maar hij wel een goed verhaal heeft, koppel dan een collega die het schrijfwerk doet. Als je weet dat iemand super goed is in fouten opsporen en hier een hyperfocus voor heeft, maak er dan gebruik van. Jij blij, hij blij. En talenten zijn er in overvloed. Ik weet dat er nog veel onbenut potentieel is bij heel veel mensen met autisme. Sommigen zitten thuis op de bank, terwijl er in bepaalde sectoren een schrijnend tekort is aan personeel. Word wakker mensen, met een beetje goede wil en inzet heb je gouden medewerkers!

4. Ga open in gesprek over wat de medewerker nodig heeft.

Mensen met autisme hebben vaak al een goed beeld van wat goed werkt voor ze en wat niet. Ga het dus alsjeblieft niet voor ze invullen. Heb een open en nieuwsgierige houding om te willen weten wie iemand is. Ook al is er sprake van autisme, bekend of niet bekend, het is en blijft nog steeds een mens. Eerst mens, zou ik zeggen. En ja, door het autisme zijn er een aantal specifieke dingen die aandacht nodig hebben. Kijkend naar de kracht en de kwetsbaarheden. Ga het gesprek aan over gedrag. Benoem concrete zaken. Ga niet vage toespelingen maken. Onuitgesproken verwachtingen zijn funest. Wees gewoon duidelijk en voorspelbaar en houd je aan afspraken. Door ‘gewoon’ effectief te communiceren kom je al een heel eind.

5. Doe normaal waar kan en biedt ondersteuning waar nodig

We zijn allemaal mensen en willen graag gerespecteerd worden. Ik maak wel eens mee dat mensen met autisme ineens heel anders benaderd worden als anderen weten dat er sprake is van autisme. Bijvoorbeeld overduidelijk en hard pratend: ‘Dus jij hebt autisme? Oke, dan zal ik maar heel duidelijk praten, moet ik zeker alles tekenen en picto’s laten zien. En mijn taalgebruik versimpelen tot het niveau van een 8-jarige.’ Waarop degene met autisme denkt: ‘Ja hallo, ik heb autisme, ik ben toch niet gek?!’ Vaak zijn ze ook nog eens prima of zelfs heel hoog opgeleid. Zo’n benadering matcht echt niet. Doe gewoon normaal waar mogelijk. Merk op waar wat extra’s nodig is. Vind je het zelf lastig? Huur dan expertise in. 

Kortom, er zijn volop mogelijkheden om autisme op de werkvloer te laten werken. Het kan uitdagend zijn om achter de handleiding te komen en om te gaan met soms lastig, rigide gedrag. Zolang je manieren hebt om positief contact te hebben en te houden, het gesprek aangaat en het hebt over concreet gedrag en mogelijkheden dan hoef je het niet eens over autisme te hebben.

 

Zoek je naar nog meer concrete tips over hoe je beter kan omgaan met iemand met autisme? Ik heb 365 tips geschreven over hoe je beter kunt omgaan met iemand met autisme, hoe je slimmer kunt communiceren en hoe je kunt helpen zonder dat je heel erg de focus legt op het autisme maar dat je toch kleine dingetjes kunt doen. Zodat je autisme in ieder geval snapt waardoor je het onderlinge contact en de relatie kunt verbeteren.